• Bij axiale spondyloartritis heb je vaak ontstekingen aan gewrichten, vooral in je rug en bekken
  • De meest voorkomende symptomen zijn pijn, stijfheid, vermoeidheid en (steeds meer) moeite met het dagelijks functioneren
  • De behandeling bestaat uit een combinatie van medicijnen en oefeningen
  • Regelmatig bewegen helpt om de klachten te verminderen
  • De fysiotherapeut kan je helpen om (ondanks je klachten) actief te zijn en te blijven

Wat kan de fysiotherapeut voor je betekenen?

De fysiotherapeut wil eerst een aantal dingen van je weten. Wat zijn je klachten, hoe lang heb je deze klachten al, welke activiteiten kosten je (steeds meer) moeite, welke medicijnen gebruik je, heb je nog andere ziekten, hoeveel beweeg je, hoe ga je om met je klachten? Daarna volgt een lichamelijk onderzoek. De fysiotherapeut kijkt hoe je beweegt en meet je kracht en je conditie. Daarna bespreken jullie wat je op korte en lange termijn hoopt te bereiken en of fysiotherapie hierbij kan helpen. Is dit het geval? Dan maak je samen met de fysiotherapeut een beweegplan dat bij jou past en helpt de fysiotherapeut je bij de uitvoering van dat plan. Sommige mensen met axiale spondyloartritis krijgen een-op-een begeleiding van de fysiotherapeut, anderen nemen deel aan groepstherapie. Een combinatie van beiden is ook mogelijk.

Hoe dan ook: lichamelijk actief zijn en blijven is het belangrijkste doel van fysiotherapie bij axiale spondyloartritis. Daarnaast kun je ook terecht bij de fysiotherapeut voor oefentherapie en informatie over je aandoening.

Als je doelen zijn behaald, bespreken jullie hoe je zelfstandig verdergaat en in welke situaties het misschien handig is om een keertje terug te komen voor advies of eventueel een (kort) behandeltraject.

Afspraak maken

Heb je klachten? Maak dan een afspraak met een van onze fysiotherapeuten.

Meer over Axiale Spondyloartritis

Wat is axiale spondyloartritis?

Er zijn verschillende vormen van axiale spondyloartritis:

  • de ziekte van Bechterew
  • niet-radiografische axiale spondyloartritis

Bij de ziekte van Bechterew kun je op röntgenfoto’s afwijkingen zien aan het bekken of de wervelkolom. Bij niet-radiografische axiale spondyloartritis hebben mensen dezelfde klachten en ontstekingsverschijnselen, maar kun je op röntgenfoto’s (nog) geen afwijkingen zien.

Symptomen van axiale spondyloartritis zijn: rugpijn, stijfheid en verminderde beweeglijkheid van de wervelkolom. Dit wordt veroorzaakt door ontstekingen en vergroeiingen van de wervelkolom. Ook de perifere gewrichten (dat zijn de gewrichten aan de lichaamsuiteinden, bijvoorbeeld polsen en enkels) kunnen ontstoken raken. Daarnaast kunnen door axiale spondyloartritis de ogen, darmen en peesaanhechtingen ontstoken raken en komt psoriasis regelmatig voor. Mensen met axiale spondyloartritis hebben een hoger risico op hart- en vaataandoeningen.

Ongeveer 1 op de 200 mensen krijgt axiale spondyloartritis. De aandoening begint meestal tussen het 15e en 40e levensjaar. De oorzaak is onbekend, maar axiale spondyloartritis komt binnen sommige families vaker voor. Het verloop van de ziekte verschilt per persoon en kan nogal grillig zijn. Soms kun je periodes hebben met veel klachten en soms (spontaan of door medicijnen) periodes met minder klachten. Veel mensen krijgen in de loop der jaren wel meer last omdat de wervelkolom en het bekken minder flexibel kunnen worden.

De behandeling van axiale spondyloartritis

De belangrijkste behandelaar bij axiale spondyloartritis is de reumatoog. Vaak hebben mensen al jaren (rug)klachten voordat ze bij een reumatoloog aankloppen. Als de reumatoloog eenmaal de diagnose heeft gesteld, wordt zo snel mogelijk gestart met de medicatie. Dit is van belang om de ontstekingen te dempen en klachten en beperkingen te verminderen en/of te voorkomen. Je blijft altijd onder controle bij de reumatoloog, ondersteund met zorg van een specialistische verpleegkundige en/of physician assistant.

Mensen met axiale spondyloartritis kunnen moeite hebben om hun werk vol te houden en lopen ook nogal eens tegen andere (lichamelijke of psychische) problemen aan. In zo’n geval kun je voor hulp en ondersteuning terecht bij een maatschappelijk werker, ergotherapeut, psycholoog, podotherapeut of fysiotherapeut. Deze hulp is in de meeste gevallen maar tijdelijk nodig.